Medeplegen van gewapende overval op een toerist ECLI NL OGEAC 2024 228 Rechtbank Curaçao

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 13 en 19 november 2024. De verdachte is telkens verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. M.J. Eisden, advocaat in Curaçao.

De benadeelde partij [benadeelde partij] heeft zich ter terechtzitting gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding.

De officier van justitie, mr. D. van Zetten, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren, met aftrek van voorarrest. Haar vordering behelst voorts de volledige toewijzing van de vordering van de benadeelde partij met de wettelijke rente en de oplegging van een daarbij behorende schadevergoedingsmaatregel aan de verdachte.

De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte integraal zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde. Subsidiair heeft zij verweer gevoerd ten aanzien van de strafmaat en de vordering van de benadeelde partij.

Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij] d.d. 14 januari 2024:

Op 13 januari 2024 was ik ter hoogte van de afrasteringsmuur van Kontiki Beach Resort. Ik zag dat iemand uit een auto was gestapt. Ik zag dat de man direct op mij afkwam. Hij had mij van achteren omhelst en hij trachtte mijn schoudertas van mij weg te rukken. Ik heb de tas vastgehouden om te voorkomen dat hij mijn tas van mij kon wegrukken. De man heeft mij met kracht tegen de afrasteringsmuur van Kontiki Beach Resort geduwd.

Door deze duw viel ik op de grond, waardoor ik hevige pijn ondervond. De man bleef mijn schoudertas vasthouden en begon mij op de grond te slepen naar de auto toe. Hierna stapte de man in de auto en hij bleef mijn schoudertas vasthouden. De bestuurder van de auto begon te rijden en sleepte mij verder door voor ongeveer tussen de 50 à 80 meters over het verharde wegdek. Door de pijn die ik ondervond, liet ik mijn schoudertas los en zij reden vervolgens hiermee weg. In mijn schoudertas zat onder meer een portemonnee inhoudende een geldbedrag en creditkaarten.

Het Gerecht:

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 2 ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij;

verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 primair en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;

kwalificeert het bewezen verklaarde als hiervoor omschreven;

verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie voor de 24 maanden;

beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;

wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [benadeelde partij] geleden schade toe tot een bedrag van NAf 8.480,01, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 13 januari 2024 tot aan de dag van de voldoening, en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;

verklaart de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat deze de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;

veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [benadeelde partij] gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.

Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. J. van der Groen, bijgestaan door mr. E.P. Versluis, (zittingsgriffier), en op 10 december 2024 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Curaçao.