Handelen in strijd gedragsaanwijzing stalking ECLI NL RBROT 2018 4509
Officier van justitie mr. D. van Zetten

Veroordeling ter zake van handelen in strijd met gedragsaanwijzing en stalking, oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Oplegging vrijheidsbeperkende maatregel ex. artikel 38v.
Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 22 februari 2018.
De officier van justitie mr. D. van Zetten heeft gevorderd:
– Bewezenverklaring van het onder 1,2 en 3 ten laste gelegde;
– Beroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar, onder het opleggen van bijzondere voorwaarden, alsmede een taakstraf voor de duur van 240 uur, te vervangen door 120 dagen vervangende hechtenis met aftrek van voorarrest;
– dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden;
– oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, inhoudende een contact- en locatieverbod voor de duur van twee jaar en, indien niet aan de maatregel wordt voldaan, twee weken vervangende hechtenis per overtreding van de maatregel, met een totale duur van ten hoogste zes maanden, alsmede dadelijke uitvoerbaarheid van de maatregel.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 2 ten laste gelegde is door de verdachte bekend, behoudens hetgeen is opgenomen onder het laatste gedachtestreepje. Het aanmaken van profielen op de website sexjobs.nl en Grindr is door de verdachte ontkend. De rechtbank acht nochtans ook dit onderdeel van de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen. De profielen zijn immers aangemaakt via een IP-adres dat leidt tot het woonadres van de verdachte. Bovendien is gebruik gemaakt van een email adres waarvan de verdachte heeft verklaard dat het aan haar toebehoort. Ook overigens heeft de rechtbank geen aanleiding om te veronderstellen dat het iemand anders is geweest die deze profielen heeft aangemaakt met de kennelijke bedoeling om de voormalige vriend van de verdachte, [naam slachtoffer] , (hierna ook: het slachtoffer) te beschadigen. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het slachtoffer op 1 november 2017 heeft bedreigd met een misdrijf tegen het leven via een WhatsApp-spraakbericht met de woorden: “Ik kan op afstand jouw leven ruïneren. Dat weet jij inmiddels wel. Ik ga jouw kankerleven kapot maken totdat jij in een fucking gesticht belandt. Echt ik ga jou kanker kapot maken wist je dat? Ik kan jou kapot maken en jouw fucking zielige familie ook.”
De officier van justitie heeft daarbij opgemerkt dat het spraakbericht in de bredere context van het dossier een ernstige bedreiging inhoudt. De officier van justitie heeft voorts gewezen op de angstaanjagende intonatie waarmee de berichten zijn ingesproken. Dat de verdachte heeft verklaard niet te menen wat zij heeft gezegd, staat volgens de officier van justitie niet aan een bewezenverklaring in de weg.