Vrijspraak kindermishandeling ECLI NL OGEAC 2025 229 Rechtbank Curaçao

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 29 augustus 2025. De verdachte is verschenen, bijgestaan door haar raadsvrouw mr. A. Tromp, advocaat in Curaçao.

De benadeelde partij [benadeelde partij], vertegenwoordigd door haar wettelijk vertegenwoordiger N.R. Blyden, heeft zich ter terechtzitting gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding.

De officier van justitie, mr. D. van Zetten, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht verdachte zal vrijspreken van het onder feit 2 ten laste gelegde en dat het Gerecht het onder feit 1 en feit 3 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot:

– een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen, waarvan 100 dagen voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest en een proeftijd van 3 jaren en een contactverbod met [benadeelde partij], alsmede een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 200 uren, te vervangen door 100 dagen hechtenis.

Haar vordering behelst voorts:

– de volledige toewijzing van de vordering van de benadeelde partij en de oplegging van een daarbij behorende schadevergoedingsmaatregel aan de verdachte.

De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte van de ten laste gelegde feiten zal worden vrijgesproken. Daartoe is, kort samengevat, aangevoerd dat wettig en overtuigend bewijs ontbreekt waaruit zou blijken dat de verdachte betrokken was bij en heeft deelgenomen aan de verweten gedragingen.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting – ten laste gelegd dat:

Feit 1:

zij in of omstreeks de periode van 5 november 2022 tot en met 5 november 2024, te Curaçao, tezamen en vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk [benadeelde partij] (geboren 20 december 2014), zijnde een kind over wie zij (gezamenlijk) het gezag uitoefent, in elk geval een kind dat zij (gezamenlijk) verzorgt of opvoedt als behorend tot haar gezin, heeft/hebben mishandeld door:

• die [benadeelde partij] een of meermalen met een hand(en) en/of met een (accu)kabel/snoer en/of (een) stuk(ken) hout/tak en/of een riem en/of een zwiep en/of een stoel, althans met een voorwerp tegen het lichaam en/of armen en/of benen en/of een hand(en) en/of een bil(len) te slaan en/of

• die [benadeelde partij] een of meermalen te onthouden van (voldoende) eten

en/of drinken, en/of

• een of meermalen in de richting van die [benadeelde partij] met een of meer voorwerpen te gooien,

ten gevolge waarvan die [benadeelde partij] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
Feit 2:

zij in of omstreeks de periode van 5 november 2022 tot en met 5 november 2024, te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, te weten: met [medeverdachte], althans alleen, opzettelijk [benadeelde partij] in een woning gelegen aan de [adres] en/of in een woning gelegen aan de [adres] wederrechtelijk van de vrijheid heeft / hebben beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of zijn mededader(s) met dat opzet die [benadeelde partij], zijnde een minderjarige kind (meermalen) zonder althans onvoldoende eten en/of drinken en/of zonder toezicht alleen in een afgesloten woning achtergelaten en/of aldus doende die [benadeelde partij] tegen haar wil (meermalen) heeft/hebben opgesloten en/of achtergelaten in voormelde woning;
Feit 3:

zij in of omstreeks de periode van 5 november 2022 tot en met 5 november 2024 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk, [benadeelde partij], zijnde een minderjarige kind (dat zij gezamenlijk verzorgt of opvoedt) tot wiens onderhoud, verpleging of verzorging zij krachtens wet of overeenkomst verplicht was, in een hulpeloze toestand heeft gebracht en/of heeft gelaten, immers heeft zij, verdachte, (telkens) met dat opzet (toegelaten) dat die [benadeelde partij] (meermalen) tegen haar wil alleen en/of opgesloten en/of zonder althans onvoldoende eten en/of drinken en/of zonder toezicht in haar, verdachtes woning, althans in de woning van haar partner achterbleef, terwijl zij, verdachte wist dat haar partner, zijnde [medeverdachte], (met regelmaat) agressie toonde jegens en/of in het bijzijn van die [benadeelde partij] (onder meer bestaande uit het mishandelen en/of opsluiten en/of met voorwerpen gooien), zulks terwijl die [benadeelde partij] geheel van die [medeverdachte] en/of van verdachte, afhankelijk was voor opvoeding en verzorging en/of welzijn en/of gezondheid en/of onderhoud.

Het Gerecht:

-verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder feit 1, feit 2 en feit 3 ten laste is gelegd en spreekt haar daarvan vrij;

-heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;

-verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij] niet-ontvankelijk in de vordering;

-bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen proceskosten dragen.

Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. S.A. Carmelia, bijgestaan door mr. S.D. Rodenboog, griffier, en op 19 september 2025 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Curaçao.